Energiebesparende tips van vroeger
30 maart 2021
Zo'n 100 jaar geleden was het heel normaal om weinig energie te gebruiken. Hout en kolen voor de kachel waren ontzettend duur. Mensen trokken vaak extra dikke truien aan om warm te blijven. En als de kachel dan al aanging, dan maar in één ruimte. Veel woningen zijn er destijds ook op ontworpen. In oude huizen zijn daarom vaak kenmerken van energiebesparende maatregelen terug te vinden. Benieuwd? We hebben ze op een rijtje gezet. Misschien heeft u er anno 2021 ook nog iets aan!
- De bedstee tegen de stal aan - In boerderijen werden de bedsteden met één zijde tegen de stal ruimte aan geplaatst, om de warmte van de dieren te benutten;
- Het zomerdeurtje – Het deurtje dat alleen als het warm genoeg was gebruikt werd. Bijvoorbeeld een tweede toegangsdeur in een ruimte die dichter bij de buitendeur zat dan de primaire deur. Vaak is deze deur ook minder rijk gedetailleerd;.
- Het kaaskeldertje; Kou heeft ook voordelen, zeker voor de houdbaarheid van producten toen de koelkast nog niet bestond. In woningen werd weleens een kaaskeldertje gemaakt, op het noorden of noord/westen gericht.
- Raamkussens – Kussens bij de kozijnen, bij kieren of extreme kou.
- Luiken - Luiken werden vroeger ook gebruikt om de kou en wind buiten te houden. Het werkt isolerend. En in de zomer houden ze ook de warmte buiten.
- De stookplaats – In het schoorsteen kanaal op zolder kom je nog wel eens een rookkast tegen. Een luik in het metselwerk met ruimte om vleeswaren te roken. Hout en kolen waren ontzettend duur, maar op deze manier sloeg je twee vliegen in één klap: Warmte beneden, en koken/roken boven!