Archeologische vondsten uit de Prehistorie
De oudste vondsten uit de gemeente Zaanstad komen uit Assendelft. In het westelijke deel van de Assendelver polders zijn in de jaren ’70 van de vorige eeuw de resten van een woonerf aangetroffen. Deze dateren uit de vroege IJzertijd, zo rond 600 voor Christus. Er werden een boerderij en een hoeveelheid gebruiksvoorwerpen gevonden, die zeer goed bewaard waren gebleven in het veen. Zo troffen de onderzoekers delen van houten constructies en een wand van gevlochten takken aan . Daarnaast vonden ze ook een houten wiel en aardewerken potten. Dat het niet om een gewoon woonhuis ging, maar om een boerderij, bleek onder andere uit de dierenuitwerpselen die binnen het stalgedeelte van het gebouw lagen.
De bewoonbaarheid van de regio was afhankelijk van het waterpeil en de hoogte van het veen. In de midden IJzertijd - tussen grofweg 550 en 200 voor Christus – lijkt weinig bewoning te zijn geweest. Pas vanaf de late IJzertijd, rond 200 voor Christus, zijn er meer sporen van bewoning. Uit deze tijd zijn restanten van boerderijen, aardewerk en andere objecten teruggevonden.
Handgevormde pot uit de late IJzertijd, 0-100 n. Chr.
Houten wiel uit de vroege IJzertijd (60 cm hoog), 800-500 v. Chr.